Manola

Manola Nendissa

"Hoe kan zo'n slimme meid zo diep zinken".

Vanaf haar 16e is Manola zo'n tien jaar 'zoekende' geweest. Naar zichzelf, waar haar gevoel en angstige gedachten vandaan kwamen, en hoe ze zichzelf staande kon houden. Jaren volgden met hulpverleners die haar lieten groeien omdat ze in haar geloofden. En hulpverleners met uitspraken die zorgden dat ze nog meer aan zichzelf ging twijfelen en het vertrouwen gelijk verdween. Zoals Manola het beschrijft: “Je wordt nagetrapt terwijl je al op de grond ligt”.

Je vertrouwt op de hulpverlener
Manola vertelt me heel helder wat het 'oordelen' vanuit de hulpverlening met haar deed. Ze verwachtte hulp, dat haar gevoel er mocht zijn in alle vormen. In plaats daarvan werd ze gelijk 'veroordeeld'. Tijdens een periode van deeltijdtherapie zei een verpleegkundige: “Hoe kan zo'n slimme meid zo diep zinken”. Manola was daar snel weg. Want in therapie 'moet' je tot de kern kunnen komen, jezelf daarvoor blootgeven en dat vergt een vertrouwde en veilige omgeving. Manola ervaarde niet dat haar gevoel gerespecteerd werd. En daar begint het mee. Manola: “Je vertrouwt op hen als hulpverlener; als er direct een etiket wordt geplakt op mijn gevoel en wie ik ben, dan is dat vertrouwen gelijk weg. En dat komt ook niet meer terug”. Ook de lange wachttijden hielpen haar niet in het vertrouwen in de hulpverlening. Op een gegeven moment stond Manola op een wachtlijst van een jaar. “Door het wachten kreeg ik minder vertrouwen in het traject en merkte ik dat ik een houding kreeg van; ach laat maar zitten”.

Begeleiding op maat
Manola zag ook de andere kant van de medaille. Een aanpak vanuit de hulpverlening die zorgde dat ze meer van zichzelf liet zien. Een sociaal psychiatrisch verpleegkundige keek vooral naar Manola als persoon, naar haar humor en zelfreflectie en niet alleen naar haar 'zieke deel'. Alles wat ze voelde mocht er zijn en ze kreeg goede begeleiding, op maat. “Persoonlijke aandacht is zo ontzettend belangrijk”. Zo herinnert ze zich ook die keer dat ze dringend hulp nodig had. Ze zat uren in de wachtkamer omdat ze doorverwezen moest worden naar een afdeling voor meer gespecialiseerde hulp. De man die druk doende was om goede zorg voor haar te regelen zag dat ze het erg moeilijk had, en de tijd waarop 'gemiddeld' Nederland het avondeten serveert was al lang voorbij. Hij bood haar de helft van zijn boterham aan en zei: 'Ik zorg voor een goede plek die bij jou past'. “Dat is aandacht in woorden en houding die veiligheid en vertrouwen creëren”, aldus Manola.

Hulpverleners zijn ook mensen
Wat Manola ook hielp is als hulpverleners lieten zien dat ze 'ook mensen zijn'. Er werd eens gezegd: 'Wij zijn ook niet perfect en willen ook nog steeds leren'. Die aanpak heeft haar geraakt en het gaf haar houvast. Zoals die keer dat een van de hulpverleners mee ging om te schilderen bij de creatieve therapie. “Dat gaf een warm gevoel” En het was niet alleen maar 'zwaar'. Manola: “We hebben gegierd en gebruld van het lachen. En dat lijken kleine dingen, ze hebben grote impact, in positieve zin. Zoals de traantjes die werden weggepinkt bij mijn afscheid van de groepstherapie”.

Ik geloof in jou!
Eerlijkheid, wederzijds begrip en niet invullen voor een ander zijn essentieel. Die waarden hebben Manola geholpen om beter haar grenzen aan te geven en om op een 'gezonde en volwassen' manier te communiceren. Als ik Manola vraag naar haar wens voor de psychische gezondheidszorg vertelt ze: “Dat er meer ruimte komt voor ervaringsdeskundigheid en empowerment (het vinden en vergroten van je eigen kracht en capaciteiten)”. Geĩnspireerd door haar psycholoog studeert Manola nu psychologie. Ze zei: “Ik geloof in jou en je kunt jouw problemen 'dragen'. Neem je tijd en ik hoop je over een paar jaar te zien als collega-psycholoog met ervaringsdeskundigheid”.

Tekst door Jessica Rits, MerkVaardig